‘Toen ik de supermarkt inliep voelde ik al dat ik wat moeilijker ging ademen. Het was net of ik steeds moest slikken, maar dat niet zo goed lukte. Ik voelde me een beetje voor schut staan en dacht dat iedereen op me lette. Ik probeerde maar niks te laten merken en het gevoel een beetje te onderdrukken. Krampachtig keek ik op mijn boodschappenlijstje en dacht, ‘ojee, zoveel nog, maar gauw opschieten want hoe eerder ik hier weg ben, hoe beter’. Mijn handpalmen begonnen te zweten. Ik keek vluchtig op de verpakkingen van de spullen die ik nodig had en gooide ze in mijn winkelmandje. Snel doorlopen dan maar. Soms voelde ik me duizelig als ik even stil stond. ‘Als ik nu maar niet onderuit ga hier’ dan sta ik pas echt voor schut. Bij het pakken van de jam en de hagelslag moest ik even stil staan anders ging ik vast onderuit. Nu begon ook mijn voorhoofd te zweten en begon ik tintelingen rond mijn mond en in mijn vingers te voelen. ‘Ik zal toch niet iets vreselijks mankeren?’ dacht ik nog. Bij het wachten in de rij voor de kassa trok ik het niet meer, het duurde me veel te lang. Ik heb het mandje laten staan en ben naar buiten gelopen een beetje uit het zicht van de mensen. Daar heb ik wel een uur gezeten en ben toen naar huis gegaan. Ik voelde me een vreselijke kluns die zonder boodschappen weer naar huis was gegaan. Wat een vreselijke ervaring was dat en in die supermarkt zet ik geen voet meer!

Mensen die wel eens een paniekaanval hebben gehad herkennen vast een aantal dingen in het bovenstaande. De intensiteit van prikkels waarop je lichaam reageert kan soms zo heftig zijn dat je verstand het niet meer kan bolwerken. Ook is het vaak maar moeilijk te begrijpen waarom het in sommige omstandigheden, die ogenschijnlijk normaal zijn, zo mis kan gaan. Daar komt dan nog bovenop dat niemand het mag merken omdat je, zoals in bovenstaand voorbeeld, bang bent om voor schut te staan.

Een paniekaanval is een reactie van je lichaam dat in paniek verkeerd. Alle symptomen van het lichaam staan op gevaar afgestemd. Ga maar na; het is vergelijkbaar met een situatie die ‘direct’ bedreigend kan zijn. Bijvoorbeeld iemand die met een mes op je af komt lopen is direct bedreigend. Je kunt dan 2 dingen doen; vechten of vluchten. Veel mensen zullen voor de tweede optie kiezen, maar welke het ook zou worden, je adem gaat omhoog, je begint te zweten, je voelt de zenuwen door je lijf gieren, kortom PANIEK!

Tijdens het bovenstaande supermarkt verhaal is de reactie van je lichaam hetzelfde alleen nu zonder een persoon die met een mes op je af komt lopen. Gelukkig maar, zou je zeggen in dat geval. Maar het is juist de lege invulling waar je verstand helemaal niks van begrijpt. Er blijft veel lege ruimte in je hoofd over om er vreselijke dingen voor in te vullen. Hierdoor raak je nog meer in paniek. Het brein zoekt een reden, kan het niet vinden en vind vrijwel nooit de echte reden. Je brein bedondert je namelijk waar je bij staat. Mensen met regelmatig terugkerende paniekklachten denken vaak dat er iets vreselijks te gebeuren staat, maar hoeveel van die dingen zijn er werkelijk uitgekomen? Voor het brein maakt het namelijk helemaal niks uit of je in een gevaarlijke situatie bent of dat je denkt in een gevaarlijke situatie te zijn. De heftigheid van prikkels kan namelijk precies hetzelfde zijn. Met dit verschil dat je in een werkelijk gevaarlijke situatie je een reden hebt over het waarom je zo bang bent geworden. Dit in tegenstelling tot een plotselinge paniekaanval waarin de reden (nog) ontbreekt.

Omdat een paniekaanval zo overweldigend kan zijn wil je deze liever nooit meer meemaken. Er ontstaat dan een soort ‘hyperalertheid’ en symptomen die er allen al op lijken geven dat vervelende gevoel. Hierdoor wordt het vaak alleen maar erger. Je gaat dan bijvoorbeeld jezelf steeds in de gaten houden of het niet nog eens gebeurd. Letten op je hartslag, letten op trillingen in je lichaam, letten op spanningen, hoofdpijn enz. Je vergroot hiermee de aandacht op dat wat mis zou kunnen gaan. Dit lijkt niet de goede weg te zijn, maar is wel wat veel mensen in eerste instantie geneigd zijn te doen. Ze willen controle krijgen over hun duistere paniekgevoelens die nauwelijks te begrijpen zijn. Daarbij geldt; wat aandacht krijgt groeit en dus ook de alertheid op pijntjes, kwelletjes en kwaaltjes die uit kunnen groeien tot paniek. Het klinkt nu net alsof het niet zo slim is om dit zo te doen, maar dit is hoe heel veel mensen het doen. Neem het jezelf niet kwalijk, kijk hoe het anders kan.

Zoals ik al zei, Je brein kan je aardig voor de gek houden. Zo kan het ‘verkeerd’ interpreteren van een pijntje in borststreek al leiden tot paniek met de gedachten, ‘ik krijg een hartaanval’. In gedachten lig je al op de brancard op weg naar het ziekenhuis, een half uur later is het vermeende pijntje in werkelijkheid weer over. Dit soort gedachten kunnen soms heel ver gaan en uitgroeien tot angstklachten die je leven beheersen.

Wat belangrijk is om te beseffen is dat vermijdingsgedrag of controle proberen te krijgen op angst het alleen maar erger maakt. Het lijkt even veilig te zijn, maar het tegendeel is waar, je wordt alleen maar banger en ziet in vergelijkbare situaties ook gevaar.

Het is voor mensen die veelvuldig te maken hebben met paniekaanvallen dan ook bijna onvoorstelbaar dat ze hier ooit nog eens vanaf zouden komen.

Toch is dit wel degelijk mogelijk. Ik spreek immers zelf uit ervaring.

 

Volgende week in deel 2 meer over: Paniekaanval? Je gedachten bedriegen je waar je bij staat.

 

Vincent van der Waal

www.devrijgever.nl